Qawwali (een Arabisch woord dat voordracht betekent) is de devotionele muziek van de soefi’s. Wie echt luistert hoort erin een goddelijke boodschap die het hart aanzet om God te zoeken. Voor zowel de musicus als de luisteraar is de muziek een middel van aanbidding. Qawwali is ontstaan in de twaalfde eeuw, toen de grote soefi meester Moin od -Din Chisti naar India kwam om het soefisme te verspreiden. Moin od-Din Chisti maakte gebruik van de lange Turks-Perzische zang traditie om de Hindoe bevolking aan te trekken, die erg gesteld waren op hun eigen devotionele muziek. Deze traditie is toen zeer verlevendigd door de musicus Amir Khusrau. Qawwali wordt gezongen in het Urdu, Farsi, Arabisch en de andere talen van Pakistan en India.
De qaul
Dit zou men het basisrituele lied van de soefi’s in India kunnen noemen. Het lied wordt vaak gezongen als opening of als afsluitende hymne van de Qawwali. Op het graf (dergah) van Nizam od-Din Auliya kan een Qawwali gebeurtenis, ook wel Mehfil-e sama genoemd, niet op een andere manier beginnen, terwijl op andere plaatsen in India en Pakistan de Qaul (Man kunto Maula) dient als slot. Deze hymne brengt de soefi grond stelling tot uitdrukking, dat het principe van spirituele opvolging is opgesteld door de Profeet zelf. Volgens de meeste soefi’s in India is het Amir Khusrau geweest die deze hadith (uitspraak) op muziek heeft gezet met zikr-achtige frasen in Farsi die tegenwoordig maar gedeeltelijk begrepen worden.
Het hart
De qaul (gezegde in het Arabisch) is de muziek van devotie en lofprijzing. Het is muziek die een gevoel van spijt opwekt over onze onwetenheid en tekortkomingen. Elk gevoel wordt beoefend. Een voelend hart staat open voor het verdriet en de blijheid van anderen. Het hart raakt ontroert en wordt ontvankelijk door elk teken van barmhartigheid, elk gevoel van bewondering.
Beeldspraak
De buitengewone rijke, gevarieerde en subtiele beeldspraak in de gedichten wordt nog wel eens verkeerd begrepen. Het schijnbare sensuele verwijst naar het spirituele: de geliefde is God of de profeet Mohammed; wijn is de kennis en de liefde van God; de taverne is het hart en fysieke schoonheid is de spiegel van goddelijke verlichting. De gedichten hebben de meeste zeggingskracht voor de soefi maar de hartstocht en de intensiteit van de muziek bezit vaak genoeg kracht om om veel mensen aan te spreken die de taal niet verstaan. De muziek spreekt een transcendente taal. Een passage uit een gedicht: ‘Geliefde van God, uw schoonheid is zo stralend dat zelfs de zon, de maan en de sterren in uw aanwezigheid verbleken. Geen profeet is aan u gelijk, koning van alle werelden. Het is mijn levensverlangen nooit van mijn liefde voor Mohammed te worden gescheiden. Behalve God is er niemand als u. Er is niets dat voor mij van belang is, dag en nacht is Uw naam op mijn lippen.’ (Sheikh Saadi)