In de mystieke traditie van de soefi’s wordt de keuken beschouwd als een heilige ruimte, doordrenkt van symboliek en spirituele betekenis. Het is niet zomaar een plek om voedsel te bereiden; het is het hart van waaruit spirituele lessen worden gegeven en geleerd. Laten we eens dieper ingaan op de betekenis van deze keuken en de symboliek die eromheen zweeft, zoals beschreven in de Maqalat-e Sjams, de woorden van Sjams van Tabriz, de leraar van Roemi.
De Keuken als spirituele school
Voor de soefi’s is de keuken meer dan alleen een fysieke ruimte; het is een plaats van spirituele transformatie. Hier begint de spirituele training van de derwisjen, waar de kok fungeert als een symbolische spirituele leraar. De handelingen in de keuken worden doordrenkt met betekenis, en elke handeling heeft een diepere symbolische lading.
De kikkererwt in de pot
Het beeld van de kikkererwt in de pot, zoals beschreven in het verhaal van Roemi, is doordrenkt van symboliek. De kikkererwt, die opspringt als reactie op het vuur, vertegenwoordigt de leerling-derwisj die wordt blootgesteld aan het vuur van spirituele transformatie. De kok, symbolisch voor de spirituele leraar, begeleidt de kikkererwt door het kookproces heen, waarbij de pijn en het afzien worden gezien als essentieel voor de spirituele groei en transformatie.
De weg van transformatie
De dialoog tussen de kikkererwt en de kok illustreert de weg van spirituele transformatie. De kikkererwt, eens zwak en weerloos, wordt uitgedaagd om te transformeren tot een krachtige entiteit, zoals een leeuw in de rimboe. Door het kookproces heen wordt de kikkererwt geleid om opnieuw op te gaan in de eigenschappen van God, een proces van zelfversterving en overgave aan de wil van de Geliefde.
Conclusie
De keuken van de soefi’s is doordrenkt van symboliek en diepgang, een plaats waar spirituele transformatie plaatsvindt door het spel met vuur. De kikkererwt in de pot symboliseert de leerling-derwisj die wordt geleid op de weg van spirituele groei en transformatie. Laten we ons laten inspireren door deze diepe symboliek en streven naar innerlijke transformatie, wetende dat het vuur van spirituele groei ons uiteindelijk zal leiden naar de omhelzing van de Geliefde.
De kikkererwt in de pot
Kijk naar de kikkererwt in de pan, hoe ze opspringt als ze het vuur voelt. onder het koken komt ze voortdurend naar boven en roept:
“Waarom zetten jullie me op het vuur? Waarom keren jullie me ondersteboven terwijl jullie me toch kochten?”
De kok blijft haar onderduwen met de pollepel.
“Nee!”, zegt ze. “Braaf koken nu en niet wegspringen bij degene die het vuur maakt. Ik kook je niet omdat ik een hekel aan je heb, maar omdat je zo op smaak komt, voedzaam wordt en vermengd raakt met de essentiële geest. Je wordt niet aan deze kwelling blootgesteld omdat je veracht wordt. toen je nog groen en vers was, dronk je water in de tuin. Dat was omwille van dit vuur. Nu is pijn je gast. Verzorg hem goed opdat hij je als hij naar huis terugkeert, dankt voor je gastvrijheid en in tegenwoordigheid van de vorst over je vrijgevigheid vertelt.
Je hebt in de aardse tuin gelachen, maar nu ben je de roos van de tuin van de geest en het spirituele oog.
Je maakte deel uit van de tuin van water en klei maar nu ben je tot voedsel geworden dat de levenden in zich op kunnen nemen. Word tot voedsel en sterk onze gedachten.
Je was een slapjanus, wordt nu een leeuw in de rimboe. Je kwam in het begin voort uit Gods eigenschappen. Ga nu rap en snelvoetig weer op in Zijn eigenschappen. Je bent voortgekomen uit wolk, zon en lucht, toen kreeg je diverse eigenschappen en steeg op naar de hemel. Je kwam neer als regen en hitte. Je gaat weer op in de goede eigenschappen van God. Je maakte deel uit van zon, wolken en sterren. Je bent ziel, daad, spraak en gedachten geworden.
De karavaan van de geest daalt onophoudelijk uit de hemel neer om hier beneden rond te trekken en dan terug te keren. Als je hart zich doordat je het bittere hebt leren kennen heeft gevuld met bloed, kun je aan verbittering ontsnappen.”
“Daar hebt u gelijk in, meneer de kok, ik zal met plezier koken”, zei de kikkererwt. “Help me daarbij. U bent hierbij als het ware mijn architect. Sla me maar met de pollepel, want u kunt heerlijk slaan. Ik ben als een olifant, sla me en brandmerk mijn hoofd opdat ik niet langer droom van India en haar tuinen. Ga door met slaan opdat ik me overgeef aan het kookproces en de weg vind naar de omhelzing van de Geliefde. De mens komt in zijn afhankelijkheid in opstand en wordt vijandig als de dromende olifant. Als de olifant droomt van India, slaat hij geen acht op zijn berijder en wordt vals.”
“Vroeger maakte ik net als jij deel uit van de aarde”, zei de kok. “Toen ik de beker van de vurige zelfversterving had gedronken, werd ik inschikkelijk en aangenaam. Kookte een tijdlang in de wereld van de tijd en daarna nog een tijdje in de pot van het lichaam. Doordat ik twee keer ben gekookt, werd ik kracht voor de zintuigen. Ik werd tot de dierlijke geest. Toen werd ik jouw leermeester.
In mijn onbezielde staat placht ik te zeggen: Je rent maar heen en weer om kennis en spirituele eigenschappen te verwerven. Laat me nu ik tot dierlijke geest ben geworden weer koken en het dier in me overstijgen.”
Roemi, Masnawi III, 4159 e.v.
Klik hier om mij te contacteren voor een kook en keuken evenement