Er zijn van die ervaringen die je altijd bijblijven. Ooit, na een moeilijke periode, stond ik aan de rand van een grote plas. Het riet wuifde en ruiste in de wind. Ik voelde hoe alles samenviel: de beweging van de natuur, de stilte in mijzelf, een diep besef van verbondenheid. Later schreef ik er een gedicht over.
Vandaag kreeg dat gedicht een nieuwe betekenis. Abdulwahid van Bommel zong voor mij Nature Boy van Nat King Cole, in de context van het uitwisselen van levensverhalen. Hij verontschuldigde zich voor zijn schorre stem – niet bepaald die van Nat King Cole – maar dat was niet nodig. Het ging om de boodschap. Daarna vertelde hij het bijzondere verhaal achter het lied, wat het voor mij nog meer lading gaf.
There was a boy
A very strange enchanted boy
They say he wandered very far
Very far
Over land and sea
A little shy
And sad of eye
But very wise was he
And then one day
One magic day he passed my way
And while we spoken of many things
Fools and kings
This he said to me
The greatest thing
You’ll ever learn
Is just to love
And be loved in return
And then one day
One magic day he passed my way
And while we spoken of many things
Fools and kings
This he said to me
The greatest thing you’ll ever learn
Is just to love
And be loved
In return
In ons gesprek ging het over de kracht van improvisatie. Over hoe het leven zelf een vorm van improvisatie is, waarin we zoeken naar harmonie, soms botsen, en ons opnieuw afstemmen. We spraken over de mogelijkheid om in de toekomst iets samen te doen: vrije improvisatie in woord en daad, binnen en buiten de muziek. In de Griekse traditie noemen ze dit dromos, in het Turks seyir, binnen de taksim – de vrije verkenning van klank en ritme. Dit principe reikt verder dan muziek alleen; het is een manier van zijn, een open houding naar het leven.
We namen afscheid met het voornemen hier verder op te reflecteren en te kijken of dit een concrete vorm kan krijgen. Misschien komt er een moment waarop het riet weer zal fluisteren en ons een nieuwe richting wijst.