In onze hedendaagse maatschappij wordt steeds luider gesproken over toenemende sociale ongelijkheid, en de mythe van sociale mobiliteit blijkt op instabiele grond te rusten. In plaats van te focussen op de beladen term “klassenstrijd”, doordrenkt van politieke connotaties en suggesties van economische conflicten, is het wellicht tijd om een ander perspectief te omarmen. Een perspectief dat de nadruk legt op spirituele groei boven materiële tegenstellingen.
Volgens de soefi-filosofie wordt de menselijke samenleving niet enkel gedefinieerd door economische klassen, maar eerder door verschillende niveaus van spiritueel bewustzijn. Het concept van “awamm”, zij die nog niet volledig doordrongen zijn van de diepere waarheden van het leven, staat tegenover de “chawass”, niet als een elite, maar als degenen die een verlicht intuïtief begrip hebben ontwikkeld. Deze niveaus zijn dynamisch en bereikbaar voor eenieder die zich inzet voor spirituele groei en bewustwording. Toch gaan achter deze zoektocht naar spirituele eenheid enkele diepgaande dilemma’s schuil die onze samenleving onder ogen moet zien.
Een van deze dilemma’s betreft het spanningsveld tussen spirituele groei en economische realiteit. Hoe kunnen mensen streven naar spirituele verlichting als ze nog worstelen met basisbehoeften zoals voedsel en veiligheid?
Een ander dilemma is het conflict tussen patriottisme en interraciale of interculturele relaties. Het omarmen van relaties buiten de eigen cultuur kan aanvoelen als het verlies van identiteit, waardoor mensen voor een moeilijke keuze komen te staan.
Dan is er het dilemma van ‘sterk leiderschap’ versus democratische waarden. Terwijl sommigen pleiten voor krachtige leiders om maatschappelijke problemen op te lossen, dreigt dit ten koste te gaan van fundamentele democratische principes zoals vrijheid en integriteit.
En tot slot, het dilemma van economische versus sociale ongelijkheid. Hoewel de focus vaak ligt op economische aspecten, benadrukt onderzoek dat sociale klassen ook worden onderscheiden door culturele en persoonlijke factoren. Dit vraagt om een meer holistische aanpak van ongelijkheid en inclusief beleid, rekening houdend met zowel economische als spirituele behoeften van mensen.
In het Westen groeit de interesse in het gedachtegoed van Roemi, een stem voor eeuwige wijsheid die op het juiste moment verschijnt. Zijn boodschap over de essentie van de mens, verborgen onder een sluier van onwetendheid en hebzucht, biedt een krachtig perspectief in deze verdeelde tijd. Roemi pleit voor de vereniging van verbeelding en rede, essentieel voor het herstel van eenheid in onze kennis en samenleving.
Het erkennen en bespreken van deze dilemma’s is cruciaal voor onze samenleving. Alleen door ze aan te pakken, kunnen we streven naar een rechtvaardigere, inclusievere en veerkrachtigere wereld. Maar laten we niet vergeten, zoals Roemi zegt: “De wereld is een droom, een gevangenis, een val… maar het is niet wat het lijkt te zijn.”
Dit zijn inderdaad ernstige gedachten om op te kauwen en hopelijk te verteren. Maar hoe denk je dat individuen deze dilemma’s kunnen oplossen wanneer er redenen zijn waarom ze bestaan in de mentaliteit van hele maatschappelijke groepen?