Diep verscholen in de geschriften van “Maqālāt-e Sjams,” opgetekend door leerlingen van Roemi, openbaart zich de ware essentie van het soefisme. Deze teksten bieden ons een uniek inzicht in de spirituele reis van Sjams en Roemi.
De Maqālāt, lange tijd ontoegankelijk, werd in 1977 eindelijk in het Perzisch uitgegeven. De informele stijl en onsamenhangendheid van de gesprekken, vastgelegd door Roemi’s kring, maken het begrijpen van deze teksten een uitdaging. Niettemin onthullen ze cruciale inzichten in het diepere begrip van Roemi’s spirituele transformatie.
De Maqālāt weerlegt mythen rondom Sjams en toont aan dat hij diep betrokken was bij de filosofische en theologische debatten van zijn tijd. Zijn woorden, beschreven in een nuchtere en informele stijl, vormen een schat van de Perzische literatuur en zijn cruciaal voor het begrijpen van Roemi’s spirituele ontwikkeling.
Sjams, meer dan een mythische figuur, wordt in de Maqālāt gepresenteerd als een spirituele leraar. Zijn ‘mantel van inwijding’ verwijst niet naar ceremoniële gewaden maar naar de impact van zijn woorden op de toehoorders.
De nadruk van Sjams op communicatie als middel tot bevrijding benadrukt het belang van het innerlijk staven van verwijzingen naar waarheid, tahqiq. In zijn vergelijking met Socrates, die streed tegen ijdele praatjes om de waarheid te onthullen, zien we parallellen in hun benaderingen.
Een anekdote toont de veeleisende aard van Sjams als spiritueel leermeester. Zijn afwijzing van een volgeling onderstreept het selectieve karakter van zijn begeleiding.
Samengevoegd onthult “Maqālāt-e Sjams” een dieper begrip van het soefisme, de spirituele reis van Roemi en de doordringende leringen van Sjams. Het vereist aandacht en toewijding, maar de beloning is een dieper inzicht in de rijke spirituele erfenis van deze grote denkers.