In dit verhaal waar Roemi gebruik maakt van de gelijkenis van de muur en het water verwijst hij naar de Geest die niets liever doet dan de muur van uiterlijke zintuigen afbreken. Voor de mysticus vergaat de wereld voortdurend en wordt opnieuw tot leven gewekt door opeenvolgende ervaringen van sterven aan het zelf (fana) en verrijzenis in de Geest (baqa).
Kniel in aanbidding en kom nader
Hoe meer iemand het geluid
van onzichtbare wateren liefheeft,
hoe meer stenen hij uit de muur breekt
om ze in die ongeziene rivier te gooien,
dronken door het geluid
dat liefdeloze mensen
slechts in de oren klinkt
als een plons.
M. II, 1213-1214
Aan de oever van een rivier stond een hoge muur. Erbovenop zat een zorgelijk man die verging van de dorst, want door die muur kon hij niet komen bij het water waarnaar hij dorstte als een vis op het droge. Opeens gooide hij een steen in het water en de plons klonk hem in de oren als gesproken woorden, de woorden van een goede vriend. Het geluid van het water maakte hem dronken als wijn. De arme stumper beleefde zoveel genoegen aan het geluid van het water dat hij stenen uit de muren begon te breken en die in de stroom gooide. ‘He daar!’, leek het water te roepen.
‘”Waarom bekogel je mij met stenen?’’Om twee redenen’, roep de dorstige man. ‘Ik laat me hier door niets van weerhouden.
Het is als de adem van de almachtige die zonder mond voor Mohammed komt aanwaaien uit Jemen; als de adem van de glorierijke boodschapper Gods die als voorspraak optreedt voor de zondaar; als de adem van Jozef, de schone, luisterrijke, die klopt aan de ziel van Jakob die wegkwijnde van verdriet. Ten tweede kom ik met elke steen die ik losmaak dichter bij het stromende water, want met elke steen die ik loswrik wordt de muur lager. Hoe lager de muur, hoe dichter ik bij het water kom.
Breek hem steen voor steen af, zo kom je bij het water.’ Stenen loswrikken die stevig gemetseld zijn is als jezelf ter aarde werpen, waardoor je God dichter nadert. God zegt: Kniel in aanbidding neer en kom nader. zolang de muur van de arrogantie nog overeind staat, gaat hij het buigen van het hoofd tegen. ik kan me niet ter aarde werpen op het water des levens tot ik bevrijd ben van dit aardse lichaam.