Roemi vertelt het volgende verhaal — dat al eerder in al-Ghazali’s ‘Herleving van het Geloof’ werd gebruikt — om het verschil aan te geven tussen theologie en mystiek. De strekking van deze gelijkenis is dat je door het polijsten van het hart schoonheid in het moment kunt ervaren, een vorm van kennis onafhankelijk van de zintuigen of het denken.
Het verschil tussen theologen en mystici
Laat je reinigen van de kenmerken van het zelf
en zie je zuivere zelf.
Aanschouw in je hart
al de wetenschappen van de profeten,
zonder boeken en zonder leraar.
Wil je een gelijkenis over verborgen kennis, vertel dan het verhaal van de Grieken en de Chinezen.
‘Wij zijn de betere kunstenaars’, verklaarden de Chinezen.
‘Wij hebben een streepje op jullie voor’, antwoordden de Grieken.
‘Ik zal jullie aan een proef onderwerpen’, zei de sultan. ‘Dan zullen we zien of jullie je aanspraak waar kunnen maken.’
‘Geef ons een kamer en de Grieken een andere’, zeiden de Chinezen.
Ze kregen twee kamers toegewezen waarvan de deuren precies tegenover elkaar lagen. De Chinezen betrokken het ene vertrek, de Grieken het andere. De Chinezen vroegen de vorst om een honderdtal kleuren. De achtenswaardige monarch opende zijn schatkist en de Chinezen kregen uit zijn overvloed elke ochtend hun portie aan kleuren.
‘Tinten en kleuren zijn voor ons werk niet geschikt’, zeiden de Grieken. ‘Wij willen alleen de roest afkrabben.’
Daarop deden ze de deur dicht en gingen aan het schuren. De muren werden helder en zuiver als de lucht.
Er is een weg van veelkleurigheid naar kleurloosheid. Kleur is als de wolken, kleurloosheid is een maan. De pracht en luister die je in de wolken ziet, is afkomstig van de sterren, de zon en de maan.
Grieken en schoof het gordijn tussen beide vertrekken opzij, waardoor de weerspiegeling van de Chinese meesterwerken op de muren viel die door de Grieken van roest waren ontdaan. Alles wat de vorst in het vertrek van de Chinezen had gezien, leek hier nog lieflijker, waardoor zijn ogen zowat uit hun kassen rolden.
De Grieken zijn de soefi’s, die niet malen om boekenkennis en geleerdheid en zich hebben ontdaan van hebzucht, begeerte, gierigheid en boosaardigheid. De zuiverheid van de spiegel is ongetwijfeld het hart, dat ontelbare beelden opvangt.
Weet dat de spiegel van het hart oneindig is.
Of het begrip valt stil
of het brengt je op een dwaalspoor,
want het hart is bij God,
ja, Hij is het hart.
De weerspiegeling van elk beeld, telbaar of ontelbaar, straalt voor eeuwig vanuit het hart alleen en met elk nieuw beeld dat erop valt, straalt het vanbinnen vrij van onvolmaaktheid. Wie zijn hart gepolijst heeft, is ontsnapt aan geur en kleur, hij aanschouwt elk moment op slag schoonheid.
Mensen met een hart als een spiegel
zijn niet afhankelijk van geur en kleur —
zij aanschouwen Schoonheid in het moment.
Ze hebben de bolster van kennis opengebroken
en de banier geheven
van het oog van vaste overtuiging.
Het denken is in een flits verdwenen.
Roemi, M.I, 3460 e.v.