Er wordt wel eens gezegd dat mystiek te maken heeft met het anders ervaren van de werkelijkheid, een soort verruiming van perspectief en waarnemingsveld, voorbij de grenzen van het ego. Betekent dit dat je door een mystieke ervaring jezelf beter leert kennen? Zoals hierboven omschreven kun je het zien als het vermogen om te relativeren. Je ziet je situatie en de emoties die dat oproept volledig onder ogen, waardoor de verbondenheid met het geheel hersteld wordt en het grotere plaatje weer zichtbaar wordt. Er zijn net zo veel wegen om deze mystieke ervaring op te wekken als er mensen zijn. De schoonheid van de natuur, religie en spiritualiteit, liefde, activisme, muziek, theater, poëzie.
Verruiming van perspectief
Een aantal mensen stelde eens een olifant ten toon in een verduisterd huis. Horden mensen gingen naar binnen, de duisternis in, om het beest te zien. Toen de bezoekers merkten dat dat niet kon met het oog, deden ze het op de tast.
De hand van de een kwam in aanraking met de slurf. ‘Dit schepsel lijkt op een waterspuwer’, zei hij.
De hand van een ander kwam in aanraking met het oor van de olifant. Volgens hem leek het beest op een waaier.
Weer een ander wreef over zijn poot. ‘Volgens mij voelt de olifant aan als een pilaar’, zei hij.
Nog weer een ander legde zijn hand op zijn achterwerk. ‘De olifant is als een troon’, zei hij.
Het zintuiglijk oog is als de palm van een hand. De handpalm kan met geen mogelijkheid het hele beest omvatten.
Het oog van de zee – het oog van het hart, het oog van de werkelijkheid, zien als met het oog van God — is één ding, het schuim — de verschijnselen — een tweede. Laat het schuim het schuim en kijk met het oog van de zee. Dag en nacht beweegt het schuim op de zee. Hoe vreemd! Het schuim zie je wel, maar de zee zie je niet. Wij zijn als bootjes die tegen elkaar botsen. Ons oog is verduisterd, maar het water is helder.
Roemi, Masnawi III, 1259 e.v.
De eerste bewuste keer dat ik werd overvallen door een mystieke ervaring, gebeurde tijdens een pijnlijke periode van verlies. Ik stond in de natuur en keek uit over een uitgestrekt rietveld met sierlijke pluimen. Een schok van herkenning ging door mij heen, een gevoel dat alles met elkaar communiceerde en dat ik er deel van uitmaakte. Een wind stak op, het riet boog mee en weg was het verdriet en de pijn!
Ik zag hoe hardnekkig ik me in iets vast kan bijten en hoe ik daardoor de verbinding kwijtraak en door het over te geven weer los kan laten en vrij kan zijn. Deze verschuiving in perspectief wordt heel mooi beschreven in de openingsregels van Mevlana Djelaloddin Roemi’s leerdicht de Masnawi. Het heeft de werking van een spirituele spiegel of een veelstemmig muziekstuk waarin de groeiende betrokkenheid en het toenemende inzicht van elke lezer weerspiegeld wordt. Het is een ode aan het beeldvormende bewustzijn van de spelende mens (homo ludens), die zich illusies maakt, droomt, en gevoelig is voor het paradoxale karakter van het leven.
De inspiratie voor Roemi’s Masnawi is een soera uit de Koran, al Qasas (Het verhaal), 28:1-88, waarin o.a. het verhaal van Mozes ter overweging worden gegeven. Hoofdthema is hoe je een stap terug kunt doen uit de wereld van aantrekking, stil kunt staan bij de geest die in je leeft, en hoe je je daarmee verbindt.
De kern van alle religie
In het voorwoord van Roemi’s leerdicht wordt kort gesproken over het beoefenen van de kern of essentie van religie. In de wereld waarin we leven zien we namelijk maar al te vaak dat religieus geloof een bepaalde groep met elkaar verbindt maar een andere groep buitensluit. Bij het beoefenen van de kern gaat het om universele wetten zoals de wet van oorzaak en gevolg, vastgelegd in spreekwoorden als ‘wie wind zaait zal storm oogsten’ en ‘wie goed doet, goed ontmoet.’ De spirituele leerweg waar Roemi ons mee laat kennismaken geeft inzicht in het mysterie van de menselijk betrekkingen en vormt een leidraad om het goede, het schone en het juiste te doen.
Presentie
Het vraagt om een open houding van aandachtig aanwezig zijn bij alles wat zich voordoet in het moment en dat je het grotere verband, het grotere plaatje ziet. Je begint ermee door steeds meer contact te maken met jezelf, de mensen om je heen, je omgeving, de manier waarop je in het leven staat, je levensdoel, eindbestemming, God. Heel eenvoudig: verplaats je in een ander en je verschuift je perspectief. In die zin wordt het mij steeds duidelijker dat Roemi’s werk, zowel in maatschappelijk, psychologisch en spiritueel opzicht, verbindend is.