Tussen twee muzieklessen door werd mijn aandacht recentelijk weer gevangen door een muziekstuk dat me al lange tijd raakt. Ik besloot de maqam (toonschaal) Ferahfeza nader te bestuderen en te vergelijken met Sultaniyegah. Dit stuk bevindt zich op de CD “Wherever you turn is the Face of God”. Toen deze CD uitkwam, was de opnamekwaliteit echt uniek. Het nummer op de CD heet ‘Fourth Salam’. Deze vierde salam, het laatste deel van de compositie van Ismail Dede Efendi (overleden in 1846), in maqam Ferahfeza en usul (metrum) Evfer (9/4), werkt op muzikaal en ritmisch vlak als een moment van verhoogde aandacht. Het is aanzienlijk langzamer dan het voorgaande derde deel en net als het tweede deel, kort, met slechts enkele regels poëzie. Deze dichtregels uit Roemi’s ghazal F.3137 worden ook gebruikt in andere ayin composities, zoals de Beyati Mevlevi Ayin Sharif van Kocek Dervis Mustafa Dede (overleden in 1684).
In de vierde salam van de sema verenigt de semazen zich met zijn lotsbestemming en taak in de wereld. Terwijl het derde deel symbolisch staat voor de boog van opklimming naar God, is het vierde deel het teken voor de afronding van de reis, de afdaling naar de stoffelijke wereld en de terugkeer naar het dienaarschap. De sjeich (oudste) neemt, net als de zon, zijn plaats in tussen de wervelende derwisjen die ronddraaien als planeten. De sema is in wezen een hemelreis waarbij je opgaat in het goddelijke wezen en terugkeert met een nieuw besef. Je herkent de waarheid (haqq) in de schepping en jezelf.
De sema is een bijeenkomst van mystieke gedichten, muziek en dans. Mensen die binnen de Mevlevi orde de sema beoefenen, worden semazens of wervelende derwisjen genoemd. Het zijn soefileerlingen die zich wijden aan een serieuze spirituele discipline en die deze vorm van lichamelijk gebed gebruiken als een vorm van individuele aanbidding en persoonlijke transformatie. Na de vierde salam wordt vaak het volgende ode gezongen:
Jij bent mijn vorst, jij bent mijn vorst.
In mijn hart en ziel ben jij mijn geloof.
Als jij mij vult met jouw adem kom ik tot leven.
Wat stelt een enkele ziel nu eigenlijk voor?
Jij bent duizend maal mijn ziel.
sultan-e man-i sultân-e man-i
w-andar del-o jan iman-e man-i
dar man be-dam-i man zenda shawam
yek jan che bowad sad jân-e man-i
Roemi, Diwan-e Sjams, ghazal 3137
Na de vierde salam (dorduncu salam) wordt vaak het volgende koranvers gelezen:
‘Waarheen je je ook keert, daar is het gelaat van God’
Bij speciale gelegenheden wordt na de ney taksim de segah ilahi ‘Sem-i ruhuna cismimi pervane dusurdum’ een vreugdevol loflied in het Turks, ook wel ‘segah neyaz ilahi’ (smekende lofzang) genoemd, gespeeld en gezongen.
Ik laat dit lichaam van mij draaien als een mot
rond de kaars van jouw ziel.
De herinneringen van dit hart gooi ik in de roze vlammen van het vuur.
Toen ik een druppel was, dook ik in de oceaan.
De pijn die ik voel, is onbeschrijflijk, zo’n diep verdriet.
Als je van de Meester houdt, laat me dan niet over dit verdriet praten.
Luister naar mijn woorden, vanuit een andere plek zal ik spreken.
Wat de derwisj nodig heeft, is liefde voor God als gids.
Alles wat de minnaar bezit, wordt geofferd voor de geliefde.
Sema brengt vreugde, het geneest de ziel, voedt de geest.
O soefi! Ons gesprek vervult de ziel met vreugde.
Drink eens van de droesem van onze wijn en zie,
Voor moeilijkheid is het een remedie;
het getuigt van onze eeuwige band met God.
Sema brengt vreugde, het geneest de ziel, voedt de geest.
Ga de liefde binnen; laten we vreugdevol leven.
Terwijl we naar de hoogste hemel reiken,
laten we zien hoe dapper je bent.
Oh, de aanwezigheid, de Levende!
Laten we dronken worden en de harp en ney spelen.
Sema brengt vreugde, het geneest de ziel, voedt de geest.
Ga de liefde binnen. Laten we zoekers zijn die worden herdacht.
Laten we vreugdevol leven, vibrerend van het leven!
Kom naar de gezegende Mevlana, laten we zijn dienaar zijn.
Sema brengt vreugde, het geneest de ziel, voedt de geest.