Je zoekt in je angst een weg om Mij te bereiken.
Gisteravond vernam Ik je diepe zuchten
en Ik ben in staat je zonder uitstel toegang te verlenen,
je een doorgang te laten zien
om je uit deze draaikolk van de tijd te bevrijden
opdat je voet zet op de schat van eenwording met Mij.
De zoetheid en verrukking van de rustplaats
staan echter in verhouding tot de pijn van de reis.
Alleen wie de kwellingen van ballingschap gevoeld heeft,
geniet van zijn bakermat en verwanten.
Je bent voortgekomen uit wolk, zon en lucht
Kijk naar de kikkererwt in de pan, hoe ze opspringt als ze het vuur voelt. onder het koken komt ze voortdurend naar boven en roept: “Waarom zetten jullie me op het vuur? Waarom keren jullie me ondersteboven terwijl jullie me toch kochten?” De huisvrouw blijft haar onderduwen met de pollepel. “Nee!”, zegt ze. “Braaf koken nu en niet wegspringen bij degene die het vuur maakt. Ik kook je niet omdat ik een hekel aan je heb, maar omdat je zo op smaak komt, voedzaam wordt en vermengd raakt met de essentiële geest. Je wordt niet aan deze kwelling blootgesteld omdat je veracht wordt. toen je nog groen en vers was, dronk je water in de tuin. Dat was omwille van dit vuur. Nu is pijn je gast. Verzorg hem goed opdat hij je als hij naar huis terugkeert, dankt voor je gastvrijheid en in tegenwoordigheid van de vorst over je vrijgevigheid vertelt. Je hebt in de aardse tuin gelachen, maar nu ben je de roos van de tuin van de geest en het spirituele oog. Je maakte deel uit van de tuin van water en klei maar nu ben je tot voedsel geworden dat de levenden in zich op kunnen nemen. Word tot voedsel en sterk onze gedachten. Je was een slapjanus, wordt nu een leeuw in de rimboe. Je kwam in het begin voort uit Gods eigenschappen. Ga nu rap en snelvoetig weer op in Zijn eigenschappen. Je bent voortgekomen uit wolk, zon en lucht, toen kreeg je diverse eigenschappen en steeg op naar de hemel. Je kwam neer als regen en hitte. Je gaat weer op in de goede eigenschappen van God. Je maakte deel uit van zon, wolken en sterren. Je bent ziel, daad, spraak en gedachten geworden. De karavaan van de geest daalt onophoudelijk uit de hemel neer om hier beneden rond te trekken en dan terug te keren. Als je hart zich doordat je het bittere hebt leren kennen heeft gevuld met bloed, kun je aan verbittering ontsnappen.”
“Daar hebt u gelijk in, mevrouw, ik zal met plezier koken”, zei de kikkererwt. “Help me daarbij. U bent hierbij als het ware mijn architect. Sla me maar met de pollepel, want u kunt heerlijk slaan. Ik ben als een olifant, sla me en brandmerk mijn hoofd opdat ik niet langer droom van India en haar tuinen. Ga door met slaan opdat ik me overgeef aan het kookproces en de weg vind naar de omhelzing van de Geliefde. De mens komt in zijn afhankelijkheid in opstand en wordt vijandig als de dromende olifant. Als de olifant droomt van India, slaat hij geen acht op zijn berijder en wordt vals.” “Vroeger maakte ik net als jij deel uit van de aarde”, zei de huisvrouw. “Toen ik de beker van de vurige zelfversterving had gedronken, werd ik inschikkelijk en aangenaam. Kookte een tijdlang in de wereld van de tijd en daarna nog een tijdje in de pot van het lichaam. Doordat ik twee keer ben gekookt, werd ik kracht voor de zintuigen. Ik werd tot de dierlijke geest. Toen werd ik jouw leermeester. In mijn onbezielde staat placht ik te zeggen: Je rent maar heen en weer om kennis en spirituele eigenschappen te verwerven. Laat me nu ik tot dierlijke geest ben geworden weer koken en het dier in me overstijgen.”