Er was eens een man die op zijn sterfbed instructies gaf.
Hij had drie zonen, het waren bomen van kerels.
Hij was hen met hart en ziel toegewijd.
Hij zei: ‘Wie van jullie drieën het meest lui is
krijgt alle goederen
en al het goud dat ik bezit.’
Hij gaf deze laatste instructies aan de stadsrechter
en blies zijn laatste adem uit.
De rechter sprak tot de zonen:
‘Laten jullie alle drie maar eens zien hoe lui jullie zijn
zodat ik zeker weet wie van jullie het meest lui is.’
De mystici zijn in deze
en de volgende wereld
het meest lui omdat ze zonder ploegen
de oogst binnenhalen.
Ze hebben van luiheid hun beroep gemaakt
omdat God voor hen werkt.
‘Kom op’, zei de rechter ‘laat zien hoe lui je bent.
Alles wat je onder woorden kunt brengen
is als een sluier over het hart.
Wordt de sluier weggenomen
dan bereikt ons het geheim.
Honderden zonnen gaan schuil achter een sluier
zo dun als een plakje worst.
Ook al klopt wat er gezegd wordt niet,
de geur verraadt
of iets oprecht is of een leugen.
De geur die aanwaait vanuit de tuin
is anders dan die van de vuilnisbelt.
De stem van een lafaard en een moedig mens
verschilt onderling net zo
als die van een vos en een leeuw.
Wat iemand zegt is als een deksel op een kookpot.
Je weet pas wat erin zit als je de deksel optilt.
Maar iemand die goed kan ruiken
weet door de geur
of het een stoofpot is of een zure soep met azijn.
Als iemand klopt op een aardewerken pot
voordat hij hem koopt
weet hij of er een barst in zit of niet.
De eerste zoon zei tegen de rechter:
‘Ik weet hoe iemand is door te luisteren naar zijn stem
en als hij niets zegt
weet ik het binnen drie dagen.’
De tweede zoon zei: ‘Ik weet hoe hij is door wat hij zegt
en als hij niet spreekt, ga ik met hem in gesprek.’
‘Maar als hij al bekend is met die truc
en zijn mond stijf dicht houdt?’, vroeg de rechter.
‘Denk maar eens aan het volgende geval:
Een moeder zegt tegen haar kind:
“Als je ‘s avonds over de begraafplaats loopt
en je ziet een geest, ren er dan op af
en hij zal verdwijnen.”
“Maar als de geest hetzelfde van zijn moeder
te horen heeft gekregen?”, vraagt het kind.
“Geesten hebben ook een moeder.”‘
De tweede zoon had daar geen antwoord op.
De rechter vroeg toen aan de jongste zoon:
‘Stel dat die persoon je trucjes door heeft
en je krijgt hem niet aan het praten,
zeg me eens, hoe kun je dan weten
wat er echt in iemand omgaat?’
‘Ik zit in stilte voor hem
en maak van geduld een ladder
om langs naar boven te klimmen.
Geduld is de sleutel tot succes.
En mochten er in zijn tegenwoordigheid
woorden uit mijn hart stromen
die uitstijgen boven dit rijk van vreugde en verdriet,
dan weet ik dat hij ze mij gezonden heeft
vanuit de diepten van een ziel
die zo helder is als Canopus die opgaat in Jemen.
De stem in mijn hart komt van die gezegende plek,
want er is een venster tussen hart en hart.’
Daarmee had de jongste bewezen
dat hij het meest lui was.
Hij won…
Masnawi VI, 4878-4893, 4896-4908, 4911-4916