We slaan het graan op in deze schuur
en laten het geoogste graan verloren gaan.
We hebben niet meer in de gaten
dat het graan verloren gaat door de listen van de muis.
De muis knaagde een gat in onze schuur
en heeft onze schuur geplunderd met zijn geraffineerde streken.
Mijn ziel, voorkom eerst de vraat veroorzaakt door de muis
en houd je dan bezig met het oogsten van het graan.
Luister naar een uitspraak van de Allerhoogste:
‘Geen gebed zonder de tegenwoordigheid van het hart ‘.
Als er geen stelende muis is in onze schuur,
waar is dan het graan van veertig jaar hard werken?
Hoe komt het dat onze oprechtheid van alle dag
zich niet stukje bij beetje heeft opgestapeld in onze schuur?
Hoeveel vonken (van goede daden) vliegen er niet van het ijzer
dat door het vurige hart werd opgevangen en opgenomen.
Maar in de duisternis verbergt zich een dief
die de vonken met zijn vinger dooft.
Hij dooft de vonken één voor één
zodat er geen enkel licht uit de hemel straalt.
Roemi, Masnawi I, 377-386